C.V. De Schuumneuzen

“Het is even erg stil” In memoriam Frank Schrijen

Afgelopen maandagochtend bereikte ook mij het trieste bericht van het veel te vroege overlijden van onze Boxmeerse carnavalsvriend Frank Schrijen. Nog triester was het om vervolgens te vernemen dat hij om het leven was gebracht. 56 jaar jong en als mens en als rasartiest in de bloei van z’n leven; met nog veel plannen. Ongelofelijk dit; het heeft mij en vele andere Schuumneuzen diep geraakt.

Het zal zo’n 15 jaar geleden zijn dat ik Frank vanuit de Pronkzittingscommissie mocht benaderen voor een optreden in onze buutton bij de Pronkzitting in Babberich op die laatste zaterdag van november. M’n kameraad Harry Fontein had ‘m ergens zien optreden en zei “die moet je naar Babberich halen”. Het eerste telefoontje met Frank herinner ik me nog prima en vooral de uitspraak “Ik maak zelf op een begrafenis de minse nog aan ’t lachen”. Die uitspraak krijg ik natuurlijk deze week niet uit m’n hoofd.

Frank had gelukkig nog tijd om naar Babberich te komen en als “Gradje Boemel” zou hij onze avond gaan afsluiten; het paste nog net in z’n drukke agenda. Daar waar een goeie afsluiter het succes van een avond vaak kan bepalen, was dat bij zijn Babberich debuut zeker het geval. Zo herinner ik me nog dat de zatte “Gradje Boemel” de zaal al 7 minuten volledig plat had zonder ook maar één woord te hebben gezegd. Zijn spel met het publiek bij z’n opkomst, zijn mimiek, de interacties met het huisorkest, met de fotograaf en met de Raad van 11; prachtig. In de mooie buutton van de Schuumneuzen voelde Frank zich direct thuis, het borreltje vooraf en het biertje in de ton smaakten hem prima en de zaal lag een half uur dubbel van het lachen; grandioos.

Na afloop werd Frank natuurlijk direct vastgelegd voor het volgende jaar; dat dwong hij steeds tactisch af door toch even te laten weten dat zijn agenda voor de komende jaren al vol begon te raken. En ook al moest hij zich dan soms vanuit België nog naar Babberich laten rijden voor een vierde of vijfde optreden die dag, hij deed het graag. Hij vond het ook altijd een fijne zaal; een volle zaal met sfeer en met aandacht en respect voor de artiest. Het huisorkest had het bij Frank vaak zwaar te verduren en in Babberich moesten we dan ook nog wel eens wisselen van huisorkest. Ik weet uit ervaring dat hij er op z’n beurt een hekel aan had als hij ergens moest optreden waarbij ongeïnteresseerde jeugd in een zaal zat bij bijvoorbeeld een sportgala waarbij men de onderlinge gesprekken belangrijker vond. 

Zelf zijn “stillis” werkte dan niet. Frank was er dan snel klaar mee en wist zijn optreden op zo’n moment tactisch in te korten. In Babberich duurde zijn optredens bijna nooit te lang en het was zelfs zo dat we Frank door het wegvallen van een ander optreden zelfs twee keer in de ton hadden staan op een avond. Tussendoor wist hij een zaal verderop in de Achterhoek dan te verblijden met z’n komst. En natuurlijk kwam het ook in Babberich voor dat z’n buut een keer minder goed pakte; hij was dan een keer niet in vorm. Maar dat kwam zelden voor; hem was dat echter vergeven.

In april 2014 vierde Frank z’n 3 keer 11 jubileum met een prachtige middag in een grote zaal in Sambeek. Er stonden toen net geen 11 tonpraters op de planken, maar het werd een hele leuke voorstelling en Frank zelf kreeg het nu ook eens goed te verduren, maar hij lachte het hardst. Met enkele mensen van de Schuumneuzen mochten we daarbij zijn en hebben we genoten. Ook van zijn optreden als zanger. Hij wist zijn grote idool Toon Hermans prima te vertolken en dat deed hij naast zijn optreden als tonprater ook bij andere grote galavoorstellingen die Frank organiseerde. Zelf kon ik daar nooit bij zijn, maar Alex en Marian Walravens hebben zo’n voorstelling een keer met plezier bijgewoond namens de Schuumneuzen.

Met het goede doel had Frank ook iets en zo leverde zijn jubileumvoorstelling als voorbeeld twee duizend euro op voor het Toon Hermans Huis in Venlo.

Toen ik inmiddels al was verhuisd naar Limburg wist ik via Frank tot tweemaal toe kaarten te verkrijgen voor de finale van de Brabantse kampioenschappen Tonpraten in Valkenswaard. Een avond waar je echt de crème de la crème aan het werk kan zien. Frank had dan vooraf al het excuus dat hij geen hoge ogen zou gooien en dat snapte ik dan niet. Maar, zoals hij zelf zei, hij was geen “toernooiprater”. Strak 12 minuten “kletsen” bood hem te weinig kans om met de zaal te spelen en te improviseren. Maar m’n meegereisde buurman en ik genoten van hem en de vele andere toppers.
Toch won Frank de nodige prijzen. Hij bereikte 11 keer de finale in Brabant en werd daar tweemaal tweede maar bovenal vijf maal publiekswinnaar, werd Nederlands kampioen in 1999 en zoals hij zelf altijd trots liet weten “de enige kletser met een titel in vier provincies”.

Tussen al die prijzen hangt ook een onderscheiding van De Schuumneuzen voor z’n 11e optreden in Babberich, maar inmiddels waren dat er al meer en daar zouden er nog veel meer bij hebben mogen komen; het mag niet zo zijn.

Er is met Frank een prachtmens heengegaan. Daar waar het zonder hem een stuk stiller zal zijn in de zaal bij vele buutavonden en backstage, zal het vooral voor zijn familie, vrienden en kennissen in Boxmeer een groot gemis zijn.

Namens CV De Schuumneuzen Babberich wens ik vooral hen heel veel sterkte met dit veel te vroege en dramatisch verlies.

Waar precies weet niemand, maar ergens zal Frank, samen met andere oude bekenden, de zaak weten te vermaken.

Rust zacht Frank, tot ooit.

Johnny Swaters